HOE ANDEREN DACHTEN EN DENKEN

Sinds mensenheugenis waren grote denkers en geleerden het met elkaar oneens. In de zesde eeuw voor Christus leefde de grote filosoof Thales in de stellige overtuiging dat de aarde plat was en als machtig landrijk in het water dreef. Na hem leerde Pythagoras echter dat de aarde rond was. Zij waren niet de eersten de besten, doch konden natuurlijk niet allebei gelijk hebben.

De historie leert ook, dat vijf eeuwen nadien het eerste Christendom een "bolronde aarde" onherroepelijk van de hand wees. De platte aarde van Thales hield daarna nog eeuwen stand. In de dertiende eeuw zelfs bestond dit denkbeeld nog in Dante”s visioenen.

In dezelfde eeuw echter haalde de beroemde geleerde der scholastiek, Thomas van Aquino, het denkbeeld "bolronde aarde opnieuw voor de dag. De bol zweefde in de wereldruimte en was het middelpunt van het heelal. De bolgedachte kreeg kennelijk de overhand. Columbus bijvoorbeeld wilde een globetrotter zijn. Hij kwam toen in het nog onbekende Amerika terecht, maar hij leefde tot zijn dood toe in de mening dat hij in Indië was geweest en zo de oostkust van Azië had bezocht. De Spanjaarden ontdekten naderhand de westkust van Amerika en dus tegelijk de Stille Oceaan.

Het werd een interessant geval, toen Magelhaens de Stille Oceaan overstak naar Indië. Want tot zijn grote verbazing ontmoette hij er de Portugezen, die van de tegenovergestelde kant gekomen waren. Werd het bewijs nu dat de aarde een bol is onomstotelijk geleverd?......

In de zestiende eeuw kwam Copernicus. Hij ontdekte niets, maar dacht: "Wat zou het toch eenvoudig en minder ingewikkeld zijn als de aardbol en de planeten om de zon draaien, in plaats van de zon en de planeten om de aardbol". Hoewel hij er een wetenschappelijke verhandeling over schreef, vreesde hij het werk uit te geven. Zijn langdurige aarzeling was lang niet ongemotiveerd, want het zou zeker op een ernstig conflict met hoge kerkelijke autoriteiten uitlopen. Dit gebeurde dan ook; wat tot gevolg had dat zijn boek pas verscheen toen hij al stervend was.

Het zou hier niet bij blijven. De historie verhaalt, dat Giordano Bruno's gedachten nog veel verder gingen toen hij naar de hemel ziende dacht: "Die ver verwijderde sterren zijn zonnen, als onze zon, en om die zonnen wentelen ook planetenstelsels waarvan de zonnen middelpunten zijn". Pure fantasie? Hoe het ook zij: Het zou hem zijn leven kosten.

Na hem deed Galileï het wat gematigder met halsstarrig vol te houden dat niet de zon om de aarde, maar de aarde om de zon bewoog. Dit nam echter niet weg, dat ook hij met kerkelijke autoriteiten in botsing kwam. Het heet immers dat hij zijn " waarheid ondermijnende denkbeelden" moest afzweren. "En toch draait de aarde", zou hij koppig volgehouden hebben, hoewel historici aannemen dat hij deze uitspraak nimmer gebezigd heeft. Hij zou gezegd hebben: "En toch beweegt ze". Dat klopt! Maar een beweging is nog geen rotatie.

Toen ons op school werd verteld dat dertig jaar later de 23-jarige Newton in de tuin van zijn ouderlijke woning een appel van een boom zag vallen, zagen we het zo voor ons alsof we er bij geweest waren, "Hoe komt het toch", vroeg Newton zich af, "dat de appel wel en de maan niet op de aarde valt?" Er op door denkende bouwde hij een nieuwe theorie op, de theorie der "algemene aantrekkingskracht". Of dit meesterlijk idee, aanvaard als de nieuwe grondslag voor de sterrenkunde, voor eens en al houdbaar werd, daarover zullen we weldra horen, wanneer we gaan zien hoe geleerden van de moderne tijd er over denken.

Hoe hardnekkig bouwde nadien de sterrenkundige Tycho Brahe een nieuwe theorie op, welke met de Heilige Schrift overeen stemde. De tegenargumenten echter, die hem werden voorgehouden, schenen wel zo overweldigend te zijn dat hij zich genoodzaakt achtte toe te geven: "Ik erken dat de beweging van de planeten gemakkelijk verklaard kan worden uit de beweging van de aarde, en dat de astronomen vele dwaasheden hebben aangenomen, waarvan Copernicus ons heeft verlost. Maar, zei hij: "diens stelsel kan nooit in overeenstemming worden gebracht met de Heilige Schrift".

De twintigste eeuw naderde.

Het gezag van de kerk werd niet langer erkend. Een toonaangevend geleerde verspreidde via de drukpers de proclamatie: "De godsdienst hinkt achter de wetenschap aan". En dat tolereerden theologen niet alleen toen, maar tot de huidige dag? Het hek was van de dam.

Nu konden de sterrenkundigen de vleugels vrij uitslaan. Het werd een vlucht die honderdvijfenzeventig maal groter was dan de afstand van de aarde tot de zon, voor de eerste vaste ster zou zijn bereikt. Later bleek er echter een abuis in het spel te zijn. "Daar heb je het al", zou mijn oude grootvader gezegd hebben, "als ik het niet met de duimstok na kan meten, geloof ik er niks van". De afstand zou niet honderdvijfenzeventig duizend, maar driehonderdduizend maal aarde-zon zijn. Dit leidde tot de conclusie: wanneer een sneltrein na honderdveertig jaar de zon bereikt zou hebben en zonder te stoppen door zou rijden naar de eerste vaste ster, het reisje "zeshonderdduizend mensen-leeftijden" zou duren voor de trein de gestelde halte had bereikt. Ik wil, als ik er de tijd voor heb, eens uitrekenen hoeveel kleinkinderen en achterkleinkinderen de machinist tegen die tijd kan hebben.

De negentiende eeuwse Flammarion wist het toen al heel simpel bevattelijk te maken. Hij zei: "Als er op de dichtstbijzijnde ster een ontploffing plaats zou hebben en het geluid zou zich voortplanten door de ruimte, zou het drie miljoen jaren duren voor wij op aarde de knal konden horen".

Deze berekening is op de aanvankelijk foutieve conclusie gebaseerd. We moeten dus de tijd verdubbelen. "We wijken van schrik achteruit!" riep Flammarion ontsteld, toen hij in zijn fantasie met de snelheid van het licht nog veel grotere afstanden ging overbruggen. Als hij toen had geweten dat men, als ware het de gewoonste zaak ter wereld, zou gewagen van afstanden van miljarden lichtjaren, zou hij wellicht door zijn knieën zijn gezakt.

Het grandioze scheppingswonder, de aarde, werd een nietswaardig gevalletje, dat in het machtig Universum niet meer in tel was. De zon werd, zoals Prof. Mr. Dr. van den Bergh het uitdrukte, "een doodgewone huis-, tuin- en keukenster". Het onnozele maantje kreeg de naam van "doodgeboren wereldje" dat nauwelijks meer de moeite waard is er met het onderzoek tijd aan te verbeuzelen.

Het begint te dagen..........

We zullen van de sluier een tip oplichten en aantonen dat het begint te dagen. Er is al, sinds jaren, een kentering gaande, waarvan de gevolgen nog niet zijn te overzien. De verklaringen, die ik nu ga citeren, heb ik allerminst zelf nodig. De redactie van een persorgaan publiceerde, als zou ik de academische twijfel aan de bolvorm van de aarde ontoelaatbaar "uit de studeerkamers gehaald hebben en in de publiciteit gebracht". Dit is niet waar: Academici hebben de twijfel zelf resoluut in hun boeken openbaar gemaakt.

Nu heb ik, om uwentwil, een bescheiden greep gedaan in de voor de hand liggende populaire wetenschappelijke werken. Toen ik mijn eigen visie ontwikkelde, ging ik eens nauwkeurig controleren of deze wel flagrant in strijd is met alle opvattingen onzer moderne vakgeleerden. Tot mijn verwondering blijkt dit niet het geval te zijn. Er zijn tekenen - meer dan ik dacht - die er op wijzen dat mijn idee door hen zelfs min of meer gestimuleerd wordt.

De draaiing van de aarde in het geding.

Flammarion, die in zijn tijd de grootste populaire verbreider der astronomische wetenschappen werd genoemd, schreef een respectabel werk: "De Wonderen des Hemels", waaruit ik de volgende opmerking citeer: "Men vermijdt alle moeilijkheden door aan te nemen, dat de aarde in vierentwintig uur om een as wentelt". Toen ik dit las en herlas, dacht ik: Moeten we dit nu aannemen om moeilijkheden te vermijden?

Ik houd er juist van om moeilijkheden onder de loupe te nemen en te overwinnen. Er ging mij toen een licht op over de vraag welke moeilijkheden dit dan wel zouden zijn. Voorts zei hij: "Er zijn zelfs nog ontwikkelde mensen die de beweging der aarde in twijfel trekken en die in ernst geloven, dat de leer van Copernicus evenmin vaststaat als die van Ptolemaeus, en dat het mogelijk zou zijn, dat bij een verdere ontwikkeling der wetenschap, onze tegenwoordige beschouwing omver geworpen wordt".

Charles Nordmann verklaarde in 1927 in zijn boek "Het Rijk der Hemelen": "Draait de aarde? Dit probleem is weer acuut geworden. Men dacht het al sinds Galileï te hebben opgelost. We zullen echter zien dat dit geenszins het geval is en dat het vermaarde geding heden ten dage langs de ongelooflijkste omstandigheid weer om de hoek komt kijken.

Alles komt weer op losse schroeven te staan. We zullen zien dat er in al die twistpunten een groot misverstand ligt, een slecht gestelde vraag, en dat het hele probleem van stonde af en op nieuwe grondslagen in behandeling genomen moet worden".

De beweging van aarde om de zon in het geding.

Vergeleken met de razende snelheid waarmee de aarde zich door de ruimte heet te verplaatsen, vordert de snelste straaljager als een slak. Een uit de krachtigste vuurmond geschoten granaat is er nog een luiaard bij. De bewegingssnelheid van de aarde zou nog wel vijftig maal groter zijn.

Nu stelde men indertijd vast, dat men in de naaste toekomst met het lanceren van een ruimte raket naar Mars of Venus, de raket met de baan van de aarde in dezelfde richting zou lanceren. De raket zou dan alvast een snelheid hebben van 106.000 kilometer per uur, plus zijn eigen snelheid. Door de draadloze bediening op de lanceerbasis zou men de raket dan laten zwenken in de richting van de maan, Mars of Venus. Hij is dan na vier uur al bij de maan. Maar nu het zover is....praat men daar maar niet meer over, in plaats van uren werd het naar de maan al dagen.

Laten we echter even aannemen dat de aarde dan toch met de enorme uursnelheid van 106.000 kilometer almaar tollend door de ruimte jaagt. Hoe het dan kan bestaan dat met zulk een bliksemsnelheid de aarde haar watermassa en de dampkring met zijn ijle bovenlagen mee kan voeren, en mijn naamgenote Sjoukje Dijkstra en haar rivalen op het gladde ijs op hun benen konden blijven staan, daar zullen we nu maar niet over piekeren. We citeren maar liever wat de "Flammarion der twintigste eeuw" er van zegt.

Dit is de nuchtere Engelse geleerde Sir James Jeans. In zijn reeds in 1931 verschenen boek "Het geheimzinnig Heelal" zegt hij, dat men door het nemen van etherproeven gepoogd heeft aan te tonen hoe groot de absolute snelheid van de aarde is. De methode was, een lichtstraal in een veraf opgestelde spiegel terug te laten kaatsen, om uit de door de druk van de ether-wind veroorzaakte afwijking van de straal, de snelheid van de beweging der aarde door de ruimte zeer nauwkeurig vast te kunnen stellen. De instrumenten, die men hiervoor gebruikte, waren wel zo perfect dat ook maar de geringste afwijking kon worden aangetoond. De proeven werden vele malen genomen. Het resultaat? De snelheid waarmee de aarde zich door de ether beweegt is "gelijk nul".

In "De wonderbouw der wereld" voegt Professor Pannekoek hier nog aan toe: "Op alle vragen die men omtrent de absolute beweging stelde, bleef de natuur stom. Het was of ze zei: "Uw vragen zijn zinloos".

Jeans: "Al onze moeilijkheden zijn voortgekomen uit onze aanvankelijke aanname, dat alles in de natuur op mechanische wijze te verklaren zou zijn; kortom: wij hebben het heelal als een reusachtige machine trachten te behandelen.

Dit heeft ons op een verkeerd pad gebracht. De natuur heeft zich niet willen laten gieten in de vormen van menselijk maaksel. Het maken van modellen of beelden, om met wiskundige formules de verschijnselen die zij beschrijven te verklaren, brengt ons niet dichter tot de werkelijkheid, maar verder er vanaf; het is als het teken van een spook. In de toekomst zal blijken dat de mechanistische opvatting haar kruit al verschoten heeft en dat ze het doel jammerlijk gemist heeft, zowel in wetenschappelijk als in filosofisch opzicht.

De algemene opinie van deze tijd is dat de stroom der wetenschap gericht is naar een niet-mechanische werkelijkheid, en in natuurkundige kringen wordt dit oordeel zo goed als eenstemmig onderschreven. Alles wat we hebben gezegd, en elk oordeel dat we met alle voorbehoud hebben uitgesproken, is openhartig gezegd speculatief en onzeker". Aldus Jeans.

In "Het moderne Wereldbeeld en zijn wijzigingen" zegt Kunst: "Maar als de ether stilstaat, dan moet er toch zoiets zijn als "etherwind", zodra een lichaam zich met grote snelheid door de ether beweegt. Maar alle proeven, die genomen zijn om die etherwind te constateren, zijn negatief uitgevallen. Als ze gelukt waren, dan zou eindelijk de zo lang te vergeefs gezochte mogelijkheid de "absolute snelheid" van de beweging der aarde experimenteel te meten, zijn aangetoond. Hoe dikwijls ook herhaald, onder hoeveel verschillende omstandigheden ook, het resultaat bleef nul: geen etherwind".

Nu heeft Kunst indertijd Einstein attent gemaakt op een onjuistheid. Op grond van het resultaat van de genomen etherproeven namelijk heeft Einstein het bestaan van de ether ontkend, waarop Kunst hem van repliek diende met de scherpzinnige opmerking: "Dat Einstein het bestaan van de ether ontkent, is eigenlijk ook maar "relatief" waar! Einstein zegt dat er toch wel iets moet zijn dat de trillingen, de lichtgolven draagt. Waarom dit iets dan niet ether te noemen?"

De relativiteitstheorie leert dat de ruimte gekromd is op de manier waarop het aardoppervlak gekromd is. Als nu het aardoppervlak niet gekromd is? Naar mijn mening is ruimte ondefinieerbaar, niets iets, dus niets. Kan "niets" krom zijn? Is een kromme ruimte niet een kromme gedachte? We resumeren met nadruk: De ruimte schijnt gekromd te zijn, gelijkvormig met dat oog of die lens waarin het hemel ruimtebeeld zich projecteert.

Nu komt natuurlijk ook de theorie der algemene aantrekkingskracht in geding, waaromtrent de resolute professor Pannekoek tijdens zijn leven ronduit verklaarde: "Maar bij al deze theorieën zijn zoveel gekunstelde onderstellingen nodig, een vereenvoudiging van ons wereldbeeld hebben zij ons niet gegeven".

We besluiten dit thema nog éénmaal met een citaat van mijn vriend Dr. Weenen: "Het zich bezighouden met de wetenschap is in zeker opzicht een trieste belevenis. Elk resultaat dat men boekt, levert nieuwe problemen op. De oplossing van één vraagstuk doet eigenlijk tien andere ontstaan" Er is dus in de onweerstaanbare omwenteling voor de studenten generatie werk aan de winkel, veel werk. Prachtwerk!

De vorm van de aarde in het geding.

We citeren uit "Zeven jaar in Tibet" door Heinrich Harrer: "Eens blameerde professor Tucci uit Rome mij in een groot gezelschap Tibetanen op ernstige wijze doordat hij zich, in discussies met Tibetanen, met hen accoord verklaarde. Het was over de vorm van de aarde gegaan. In Tibet was de opvatting overgeleverd, dat de aarde een platte schijf is, en ik stond natuurlijk ijverig de leer van de kogelvorm voor.

Mijn argumenten schenen ook de Tibetanen te overtuigen, en ter bekrachtiging riep ik voor alle gasten professor Tucci tot mijn getuige. Tot mijn grote verrassing koos hij de zijde der twijfelaars, want hij verklaarde dat alle wetenschappen hun theorieën voortdurend moesten herzien, en op een dag zou dus best de Tibetaanse leer juist kunnen blijken".

Een employé der N.V. Philips Telecommunicatie Industrie te Hilversum, had een onderhoud met professor Vening Meinesz. Uit het verslag van dit onderhoud blijkt dat er twijfel over de vorm der aarde ter tafel kwam. Want in "De Nieuwsgolf", het personeelsorgaan, stond boven het verslag met kapitale letters: "Is de aarde rond of niet?" Wat blijkt hieruit? Niet dat de aarde plat is, maar wel dat men er niet zeker van is dat de aarde een bol is. Hoe zou de vraag anders gepubliceerd zijn. De prof. constateerde: "Overal waar ik metingen heb gedaan, is verschil in zwaartekracht; er treden systematische verschillen op tussen vasteland en oceanen. Op de bodem van de oceanen is de zwaartekracht groter dan elders".

Er is in Engeland een lichtgewicht dorpje. In dit dorpje, Warlingham, is alles lichter dan elders, een duidelijke afwijking in de zwaartekracht.

W. Noorduin in "Het Leerboek voor Zeevaartkunde": "Laat men een slinger van bepaalde lengte achtereenvolgens op hogere breedten slingeren, dan neemt men een verkorting van de slingertijd waar: wordt hierdoor de afplatting van de aarde berekend, dan vindt men een afplatting, die aanmerkelijk groter is dan die welke uit de graadmeting wordt gevonden"

Professor Oswald Thomas in "Astronomie": "Elk is vrij de aarde als een platte schijf of als een bol te denken". Nog krasser, want op de vraag wat hij denkt van een platte-aarde-beschouwingswijze antwoordt hij: "Er zijn vele mensen die lachen om dit idee. Zij zouden dit niet doen als zij een beetje verstandiger waren. Het is geen "beschouwingswijze", het is een beschouwingsmogelijkheid voor wie de ogen open hebben".

Indertijd meldde de "Haagse Post": "De experimenten op het gebied van raketten zouden kunnen aantonen dat de aarde niet de vorm heeft van een bol, die aan de toppen is afgeplat, zoals aardrijkskundigen ons eeuwen lang hebben wijsgemaakt. Het zou kunnen, dat de aarde misvormd was door vreemde bulten en dat deze bulten zich in een stroming voortbewegen over zulke enorme afstanden, dat niemand ze voordien heeft herkend. Dit is wat journalisten te horen kregen van de geleerden, die aan het werk zijn aan een 3.000 mijl lange raketbaan, die in Australië wordt aangelegd. Mochten de geleerden gelijk hebben, dan zouden de experimenten voor de wetenschap een grotere betekenis hebben dan hun oorspronkelijke bedoeling was".

Nu moet u er op letten dat een 3.000 mijl lange raketbaan nog enkele honderden mijlen langer is dan de hele - bol-theoretische - lengte van Australië, ongeacht nog de onmogelijkheid dat zulk een streng afgebakend bewaakte raketbaan over de hele lengte van Australië niet alleen de onbewoonde, maar ook bewoonde gebieden zou doorkruisen.

Stel dat dit wel zou kunnen, dan zou zulk een enorm lange baan alleen zin hebben op een platte aarde - op een bol zou immers een lange, met een bol gebogen baan onbruikbaar zijn. De resultaten? Militair geheim.

In zijn theorie der "drijvende continenten" poneert professor Alfred Wegener: "Het vasteland, zoals wij dat kennen, is slechts tot zekere diepte vast, en rust, diep onder de oppervlakte, op een ondergrond, welke zo heet is, dat daar langzame bewegingen kunnen plaatsvinden. De continenten rusten als enorme schollen op een vloeibare massa". Dit nu strookt met mijn visie, met dien verstande dat de continenten niet drijven in kogelvorm maar schijfvormig.

Dr. Robert Henseling van de Köningsberger Sterrenwarte verklaart in zijn werk "Het Omstreden Wereldbeeld": "Een wetenschap in het wereldbeeld is nergens te vinden. De zoeker die een overzicht wil krijgen, ziet zich in een Babylonisehe spraakverwarring geplaatst".

De Pers in 1957: "De fundamentele beginselen der moderne natuurkunde staan op losse schroeven. Dit verklaren namelijk twee fysici, T. de Lee, verbonden aan de Columbia Universiteit te New-York en C. N. Yang, verbonden aan het Institute for Advanged Study te Princeton”.

In 1961 verklaarde een Beierse geleerde, waarmee ik correspondentie voerde: "De gezamenlijke natuurwetenschappen betreffende de aarde, zon, maan en sterren, bevinden zich midden in 't bankroet" Laten we voor de wetenschap hopen dat het zo'n vaart niet loopt.

Ruimtevaart onmogelijk?

Kan men nu met de toekomstige ruimtevaart naar de maan en de planeten etcetera staat maken op een aardbol als basis, de bol die zich almaar roterend in een baan om de zon beweegt? Volgens de Duitse Cosmosoof Mathieu te Saabrücken moet een der belangrijkste Franse astronomen, professor Painlevé, verklaard hebben: "Dat de aarde om haar as draait en om de zon, is in werkelijkheid in het geheel niet bewezen. Wij moesten zulke verklaringen wel geven opdat de leek zich een schijnbaar logische voorstelling van het heelal kan maken". De Engelse professor Woodhause: "Wij zijn genoodzaakt het ontstellende feit te erkennen, dat de school astronomie van heden niet het onaantastbare bewijs van haar geldigheid kan leveren".

Professor Airly van de sterrenwacht in Greenwich: "De astronomische wetenschap bevindt zich in een hoogst netelige positie der onzekerheid, en op vele beslissende punten is herziening nodig".

Het Tijdschrift "Vizier": "Reeds jaren geleden heeft het genie Einstein aangetoond, dat magnetische velden onder andere in staat waren om lichtstralen van hun baan te doen afwijken, een mededeling waarvan u niet warm of koud zult zijn geworden. Maar er zijn andere mensen geweest, die er wel koud van werden, namelijk de sterrenkundigen. Die hebben sedertdien menig slapeloze nacht gehad, omdat die vaststelling door Einstein consequenties had, welke nog nooit waren voorzien. Want als Einstein gelijk had......stonden de sterren niet op de plaats, waar wij ze zien en waar de astronomen ze op hun sterrenkaarten hadden vastgelegd. En waarlijk - de geleerden die aan het onderzoeken zijn gegaan, hebben moeten erkennen, dat Einstein gelijk had....

Het wordt straks met die retourtjes naar Mars en Venus oppassen geblazen. Voor ondernemende verzekeringsmaatschappijen ligt hier een uitgebreid arbeidsveld.

"De Haagse Post": "Het planetarium in Boston heeft een originele methode gevonden om zijn kas te versterken. Het heeft een uitverkoop van het firmament georganiseerd. Tegen contante betaling krijgt de koper een oorkonde, die hem tot bezitter van de een of andere planeet verklaart, zodra deze planeet door mensen zal worden bezocht. Zo werd de zon voor 10.000 dollar verkocht, de maan bracht 2.500 dollar op. Er zijn nog vele kleinere sterren zelfs voor de geringe prijs van 1 dollar verkrijgbaar".

De pers: "Er is een astronomische vereniging in Tokio die al grond op Mars voor vijf gulden per hectare verkocht, waarvan zij al een stuk van 32 hectare aan de Egyptische president Nasser hebben cadeau gegeven, en Eisenhower, Nehroe en Boelganin krijgen ook een stuk".

Een "lichtpunt" in de duisternis is, dat George King in Engeland zich reeds "Ambassadeur van Mars en Venus" noemt.

De grondprijzen op Mars stijgen. "De Japanse astronomische vereniging verkocht stukken grond op de planeet Mars tegen de prijs van 500 yen per hectare. Op het kantoor te Tokio kwamen 1 à 2 kopers per dag. Na het nieuws over de eerste Russische kunstmaan is het aantal aanvragen sterk gestegen, in drie dagen waren het er al bijna honderd".

De maan met de Bijbel. "Voor één dollar heeft pastoor Alfred Baldwin te Buxton, Engeland", aldus de pers "een stukje land op de maan gekocht ten einde daar de eerste maan-kerk te kunnen bouwen". Text eerste preek helaas nog onbekend. Maar Zijn Eerwaarde zal dan zeker uit dankbaarheid zijn handen niet ten hemel, maar naar de platte aarde heffen!

Huguenot, de wetenschappelijke medewerker van "De Telegraaf": "De poort naar de mysterieuze wonderwereld van de interplanetaire ruimtevaart staat nog slechts op een kier en vele mannen der wetenschap betwijfelen of het werkelijk zal lukken haar geheel open te stoten: alleen al de gedachte hieraan is voldoende om iedere astronoom kippevel te bezorgen. De belemmerende factor is hier merkwaardigerwijze niet de techniek, maar de mens zelf. En zal een dergelijke bemanning niet in ernstige mate geconfronteerd worden met een gloednieuwe ziekte "space madness" of "ruimte-krankzinnigheid"? Onze astronomen tasten in de ruimte als Londenaren in de mist".

"Droom niet langer!” luidde de alarmkreet van de Duitse professor Stugger, "geen mens is bestand tegen ruimtevaart. Kosmische ultra violette stralen zijn dodelijk. Dik lood helpt niet".

Professor Mr. Dr. van den Bergh: "Ruimtevaart is zinloos. De pogingen voor een reis naar de maan zijn misdadig. Een poging andere planeten te bereiken is onbegonnen werk. Als de Voorzienigheid het heelal zo had willen bouwen dat er nooit materieel contact tussen de bewoners der diverse planeten zou kunnen bestaan, dan had het zo gebouwd moeten worden als het nu is". - En toch......hoe nuchter deze bejaarde geleerde ook is, een platte aarde noemde hij dwaasheid, de bol bleef kennelijk zijn axioma. Maar van de volgende drie opvattingen is hij er twee met mij eens:

  1. Dringt de mens te diep door in de aardlaag: hij wordt letterlijk gebraden.
  2. Overschrijdt hij de gevarenzone der begrenzing: een ijspegel.
  3. En wanneer hij in de ruimte de ontoelaatbare zone overschrijdt: een mummie.

Ik voorspel: Ruimtevaart loopt uit op een mummie-carousel! En als er straks dan toch astronauten langs een meridiaan over de "polen" om de aarde cirkelen? Ja, dan, als dit onder strenge controle plaats zou vinden......dan moet ik capituleren - er zit dan niets anders op. Dan heeft de oliebol die Dr. Weenen mij in "Panorama" 1954 onder de neus hield, het eerlijk gewonnen. Maar wanneer onmiskenbaar zal blijken dat hij zich heeft vergist, dan zal ik hem, bij leven en welzijn, officieel uitnodigen tot het verorberen van een prima gebakken pannekoek, waarop in het midden een mep slagroom en langs de rand een barrière van dikke suikerklonten. Weet u wie het zal winnen? Ik wel.

Pleidooi voor de platte Aarde

Aantekeningen